Effect van RMT op lage rugpijn

Effect van RMT op lage rugpijn
Rechtop staan ​​vereist proprioceptieve (houdingssensorische) input van enkels, knieën, heupen en wervelkolom. Deze inputs en dus de houdingsregulatie zijn aangetast bij mensen met lage-rugpijn (LBP), wat leidt tot dominant proprioceptief enkelgebruik. Dit is ook waargenomen bij COPD-patiënten met inspiratoire spierzwakte en wijst op een verband tussen respiratoire spierkracht en proprioceptief gebruik van verschillende gewrichten.

Deze spierkracht, of het gebrek daaraan, kan ook het middenrif aantasten. Het menselijk middenrif is de belangrijkste ademhalingsspier en speelt een essentiële rol bij het beheersen van de wervelkolom tijdens houdingsregulatie. Patiënten met lage-rugpijn zijn niet in staat hun houding te controleren tijdens een verhoogde ademhalingsbehoefte en worden vervolgens instabiel en vertonen ademhalingsmoeheid. Het verbeteren van de kracht van de spieren die inherent zijn aan de ademhaling, zou de algehele conditie van personen met LRP aanzienlijk kunnen verbeteren.

Deze blogpost gaat in op een onderzoek waarin het gebruik van inspiratoire spiertraining (IMT) wordt onderzocht voor verbetering van proprioceptief gebruik voor houdingscontrole bij patiënten met niet-specifieke lage-rugpijn.

Belangrijkste bevindingen

  • Het menselijk middenrif is de belangrijkste ademhalingsspier, maar is ook betrokken bij houdingscontrole.
  • Mensen met lage rugpijn zijn minder stabiel tijdens een verhoogde ademhalingsbehoefte en vertonen ademhalingsmoeheid.
  • 8 weken RMT verbeterde de stabiliteit op een onstabiele ondergrond, verminderde overmatig gebruik van enkels en meer ruggebruik voor stabiliteit.
  • RMT verbeterde ook de ernst van lage-rugpijn.

Gevolgen voor de patiënt

RMT verbetert effectief de houdingscontrole en de ernst van rugpijn.

Studiemethoden

Tijdens de duur van het onderzoek werden de volgende variabelen beoordeeld:

  • Proprioceptief enkelgebruik
  • Inspiratoire spierkracht
  • Ernst van lage rugpijn
  • LBP-gerelateerde handicap
  • Angsten en overtuigingen
  • Het bovenstaande werd beoordeeld bij patiënten met lage rugpijn voor en na acht weken IMT, en de resultaten werden vergeleken met een controle. De belangrijkste beoordeling was de detectie van een klinisch relevant verschil in drukpuntverplaatsing (CoP) op een instabiele ondergrond.

    Studieresultaten

    IMT resulteerde in een significant verschil in relatieve proprioceptieve weging op onstabiele oppervlakken met dominant proprioceptief ruggebruik, en verminderde afhankelijkheid van proprioceptief enkelgebruik. IMT verbeterde de ernst van LRP aanzienlijk, evenals de kracht van de inspiratoire spieren.

    Proprioceptieve tekorten bij patiënten met lage rugpijn, mogelijk veroorzaakt door overbelasting van de inademingsspieren, kunnen door IMT worden verbeterd of ongedaan gemaakt.

    Laat een reactie achter

    0 reacties

    Geef je mening

    Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd *